Ho Chi Minh was een revolutionair die op 2 september 1945 op een plein in Hano met de naam Quảng trường Ba Đình de onafhankelijkheid van Vietnam van de Unie van Indochina voorlas. Hij benoemde zich tot premier en president van het land. Hij zou president van Noord-Vietnam blijven tot aan zijn dood.
Ho Chi Minh, in Vietnamees schrift: Hồ Chí Minh, waarbij Hồ de familienaam is, is geboren als Nguyễn Sinh Cung. In Vietnam wordt hij ook wel Ome Hồ genoemd. Op 2 september 1945 riep hij op een plein in Hanoi de onafhankelijk uit van de Unie van Indochina, een kolonie van Frankrijk. Hồ benoemde zich tot premier en president van het land.
Vietnam werd bij de akkoorden van Genève opgesplitst in twee aparte landen. Noord-Vietnam, met als hoofdstad Hanoi en Zuid-Vietnam, met als hoofdstad Saigon. Dit was, om onder andere te voorkomen, dat de communist Hồ niet over het hele gebied zou kunnen heersen. Het was echter wel de bedoeling, dat door vrije verkiezingen de landen kort na de onafhankelijkheid samengevoegd zouden worden.
Hồ woonde in Engeland van 1915 tot 1917 en vertrok vervolgens naar Frankrijk. Hier probeerde hij de regering van Frankrijk te bewegen voor de onafhankelijkheid van de Unie van Indochina. De Fransen voelden hier niets voor. In Frankrijk raakte hij ook betrokken bij de oprichting van de communistische partij in Frankrijk, waar hij in 1920 lid van werd.
Na omzwervingen in veel landen kwam hij in 1941 terug naar Vietnam. Op 2 september 1945 las hij de onafhankelijkheidsverklaring voor in Hanoi. Hij las hier passages voor uit de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring, waarbij hij Engeland had veranderd in Frankrijk. Bij de oprichting van het communistische Noord-Vietnam benoemde hij zich tot premier en president. Zuid-Vietnam, dat de steun kreeg van onder andere Zuid-Korea en de Verenigde Staten moest ook communistisch worden. En samen moesten ze één land worden.
De Vietnamoorlog volgde. Noord-Vietnam kreeg de steun van communistische landen als de SowjetUnie, Cuba, Noord-Korea en China. De Chinezen waren in eerste instantie niet happig op een hereniging van beide landen. Zij waren bang op een machtig communistisch blok in Zuidoost-Azië. Later, in 1979 vielen de Vietnamezen ook daadwerkelijk Cambodja binnen. Deze oorlog zou duren tot 1975. Pas in 1976 werden beide landen herenigd.
Op 2 september 1969, de nationale feestdag van Vietnam ter herinnering aan de onafhankelijkheid van Frankrijk, stierf Hồ. De regering maakte het echter pas een dag later bekend. Juist omdat hij stief op de nationale feestdag. Hồ wilde gecremeerd worden, dit uit hygiënisch oogpunt, maar ook omdat het kostbare landbouwgrond zou besparen. In plaats daarvan ligt Hồ Chí Minh opgebaard in een mausoleum. Dit mausoleum is gevestigd aan het plein waar hij de onafhankelijkheid uitriep.
Na het overlijden en na de hereniging werd de grootste stad van het land, Saigon, hernoemd naar Ho Chi Minhstad.